Je baby wil niet slapen, wat nu?

Je baby wil niet slapen, wat nu?

Slaap is voor je baby heel belangrijk. Toch kan het slaapritme van je kleintje je heel onzeker maken. Vooral als het ineens heel anders gaat en je baby niet meer wil slapen. Wat doe je dan? Een goede routine voor je kleintje uitvinden of dutjes in goede banen leiden lijkt een onmogelijke opgave. Lees hieronder hoe wat de oorzaken van slechter slapen bij je baby zijn en wat je dan het beste kunt doen.

Stephanie Molenaar

Beoordeeld door

Stephanie Molenaar

Slaap- en onrustdeskundige

In dit artikel

Het slaapritme van je baby verandert

Het ritme van baby’s en hoe ze slapen, verandert met de leeftijd van je kleintje. Slaap is echt een groeiproces met ups & downs. Ook hangt het van je baby af hoeveel slaap hij precies nodig heeft. Het ene kind kan meer slaapbehoefte hebben dan de andere. Op een wat drukkere dag of als er bijvoorbeeld een tandje doorkomt, zal je kind ook weer anders slapen dan je daarvoor gewend was. Dat hoort er nu eenmaal bij.

6 oorzaken waarom je baby niet wil slapen

Als je kind niet wil slapen of slechter gaat slapen, komt dat meestal door tijdelijke gebeurtenissen, zoals ziekte of ontwikkelingssprongen. Ook veranderingen in het ritme kunnen een oorzaak van slaapproblemen zijn. Als je baby af en toe iets slechter slaapt, is dat meestal niets om je zorgen over te maken. Toch kunnen aanhoudende slaapproblemen het voor jou en je baby moeilijk maken om de rust te krijgen die jullie allebei nodig hebben. Probeer daarom de mogelijke redenen te achterhalen waarom je baby niet wil slapen. We delen de zes meest voorkomende slaapproblemen bij baby’s.

1. Je jonge baby weet niet of het dag of nacht is

Je pasgeboren baby heeft nog geen dag- en nachtritme. Daarom is het belangrijk om je kleintje goed bloot te stellen aan daglicht én om de dagen voorspelbaar te maken. Het dag- en nachtritme is dan zo rond zes à acht weken zoals deze hoort te zijn. Door te werken met ritmes en rituelen komt er voorspelbaarheid voor je baby én worden alle processen in het lijfje goed ingesteld op slaap en wakker zijn.

Dit kun je doen

Jonge baby’s slapen de eerste weken volgens een omgekeerd dag- en nachtritme: Je kleintje slaapt dan overdag goed, veel en lang, maar is ’s nachts langere tijd wakker. Dat is normaal! Juist door de gordijnen niet te sluiten, het verschil tussen dag en nacht duidelijk te maken door bijvoorbeeld ’s nachts kalm te reageren, en een fijne routine aan te houden, stel je dit dag- en nachtritme goed in en ga je in de loop van de weken merken dat je baby de dag niet meer voor de nacht neemt.

2. Je baby heeft honger

Honger is een veel voorkomende reden dat baby’s ’s nachts wakker worden. Je baby moet eten om te groeien en dit mag ook frequent. Het buikje is immers nog niet zo groot en de voeding is ook zoveel meer dan alleen maagvulling. Het is niet verstandig om te voeden op de klok, ga juist mee op het ritme van je kleintje. Nachtvoedingen zijn heel normaal, ook als je baby al wat ouder is.

Dit kun je doen

Merk je dat je in de nacht maar voeding blijft geven, kijk dan of je de voeding niet te vaak als ‘troostmiddel’ gebruikt. Probeer rustige en effectieve voedingen te krijgen, houd je baby lekker tegen je aan als hij kort na de voeding toch weer wakker wordt en vraag om hulp als je merkt dat de voedingen niet lekker lopen. Ontdek hoe je hongersignalen bij je baby herkent.

3. Je baby voelt zich niet goed

Je baby groeit het eerste jaar ongelooflijk hard en maakt grote ontwikkelingen door. Je kleintje kan zich hierdoor niet lekker voelen. Denk bijvoorbeeld aan doorkomende tandjes of kiezen. Ook mag alles nog rijpen, van de darmpjes tot de hersenen. Dit geeft soms wat onrust, zoals bijvoorbeeld krampjes óf ineens korter gaan slapen.

Dit kun je doen

Troost je kleintje en wees flexibel: juist met jouw hulp komt je baby tot rust en kan hij ook slapen. Bij pijn kun je bijvoorbeeld je baby zachtjes masseren, bij doorkomende tandjes kun je een crème gebruiken of een ouderwetse bijtring. Huilt je baby heel veel of is de onrust heel intens? Rommel dan niet aan en raadpleeg je huisarts, het consultatiebureau of een onrustdeskundige voor advies. Slapen met pijn is lastig, geef je baby dus alle liefde en troost terwijl je aan de onrust werkt.

4. Je baby heeft je nodig

Baby’s zijn zo verliefd op hun ouders, dat ze geen tijd willen ‘verspillen’ aan slapen. Ze willen graag bij je zijn, juist omdat jij ‘alles’ bent. Wist je dat je kleintje juist tot rust kan komen door bij je te zijn? Ze kunnen zichzelf namelijk nog helemaal niet troosten of reguleren, daarvoor hebben ze jou nodig. Via ‘co-regulatie’ help je je juist je baby om dit later zelf te kunnen doen.

Dit kun je doen

Geef veel huid-op-huidcontact, draag je baby en troost indien nodig. Je kunt ook samen slapen, met een co-sleeper naast je bed bijvoorbeeld. Juist omdat je dan in dezelfde kamer slaapt is je baby je bewust van je nabijheid en dat geeft rust. Ook kun je zo sneller reageren op je baby, want je bent helemaal ingesteld op je kleintje! De eerste zes maanden is het sowieso aan te raden om je baby bij jullie op de kamer te slapen slapen. Wil je samen in een bed slapen? Win dan eerst advies in. Dit wordt vaak afgeraden omdat het onveilige situaties kan brengen, maar met de juiste adviezen kun je dit veilig doen. Net als in een bedje, je legt je baby immers ook in een wiegje veilig weg toch? Je baby heeft je dus gewoon nodig, wees responsief en ga niet trainen, het is heel normaal dat je baby ‘huidhonger’ heeft.

Voor jou als ouder kunnen die gebroken nachten of onvoorspelbare dagen vermoeiend zijn. Probeer elkaar daarom af te wisselen als dat kan. Breng structuur aan in de dag door juist te kijken wat je baby nu echt kan wat betreft slapen en hoe lang hij wakker kan zijn. Gebruik ook routines om alles voorspelbaar te maken. Weet ook dat het een fase is en dat het weer voorbij gaat.

5. Je baby is overprikkeld of juist oververmoeid

Baby’s zijn gevoelige wezens. Teveel prikkels kunnen je kleintje uit zijn slaapstand halen. Je baby kan overprikkeld raken als hij voor een langere tijd veel (harde) geluiden hoort, denk bijvoorbeeld aan een drukke kamer vol visite of een televisie die steeds aan staat. Ook kan teveel en te lang wakker zijn of spelen je baby overprikkeld en oververmoeid maken. Je baby kan na een drukke dag vol lawaai en activiteiten, of korte slaapjes, moeilijker schakelen naar de ruststand. En slaap kan ook uitblijven als je je kleintje te vroeg of te laat zijn slaapje laat doen

Dit kun je doen

Volg een ritme met wakkertijden die passen bij de leeftijd van je baby en maak dit persoonlijk door goed naar je kleintje te kijken. Zie je dat er slaapsignalen zijn? Dan mag er slaap komen. Wacht je te lang, dan slaapt je baby niet zo makkelijk meer in. Bouw ook steeds rust in, door vlak voor het slapen lekker te knuffelen en geen drukke dingen meer te doen. Juist je bedtijdritueel helpt hierbij én maakt het voor je baby heel voorspelbaar. Kijk goed naar je kleintje en weet ook wat je wanneer ongeveer kunt verwachten. Want slaap is ook een groeiproces, dat kun je dus niet forceren.

6. Je baby zit in een slaapregressie

Een andere mogelijke oorzaak van slecht slapen is slaapregressie. Een slaapregressie is een periode waarin je baby ineens tijdelijk slechter slaapt dan voorheen, wat juist komt doordat je kleintje aan het groeien is. Slaap is ook een ontwikkeling! Vaak zie je dit nadat je baby ‘ineens’ nieuwe vaardigheden heeft.

Zo’n periode duurt 6 weken, maar bestaat uit een regressie (minder goed slapen) én een progressie (beter slapen). Je kleintje doet eerst een pasje terug, omdat het slaapsysteem enorm is veranderd, en doet dan twee passen voorwaarts, juist omdat nu meer mogelijk is. Tijdens en na zo’n slaapregressie komt er ook een ander ritme (je baby kan nu meer) en er vervalt vaak een dagslaapje. Dat betekent niet dat je kleintje minder slaapt: de slaapuren worden nu meer bij elkaar geplaatst. Daardoor krijg je wat langere dagslaapjes en vooral een langere nacht.

Dit kun je doen

Probeer tijdens zo’n periode liefdevol en flexibel te zijn: je baby heeft je echt even meer nodig. Ga zeker niets forceren! Probeer juist zoveel mogelijk de slaap van je kleintje te faciliteren als slapen niet lukt. Een rondje wandelen of je baby dragen wil nog wel eens helpen. Slaap maakt slaap, dus juist door te helpen, maak je slaap mogelijk en voorkom je daarmee ook onrust of oververmoeidheid. Weet dat deze fase voorbijgaat en je baby straks weer beter gaat slapen.

Wanneer kun je slaapregressies verwachten?

Je kunt op de volgende momenten een periode van slaapmaturatie (slaapregressie) verwachten. Het kan zijn dat jouw kind iets eerder of later een slaapontwikkeling doormaakt.

Rond 4 maanden
Rond de vier maanden vindt de eerste slaapmaturatie plaats. Je baby kan dan ineens slaapjes van 45 minuten gaan doen en ook onrustiger zijn. Dit komt vooral omdat je baby nu wat rijper gaat slapen: het dag- en nachtritme staat immers goed ingesteld én het 24-uursritme werkt, waardoor je kleintje nu ook slaaphormonen voldoende aanmaakt. Dat is even wennen!

Rond 8 maanden
Je baby maakt grote motorische stappen door (kruipen, tijgeren en zitten). Ook begint verlatingsangst een rol te spelen, wat een periode van verminderde slaap kan uitlokken. Bovenal is er weer een ‘upgrade’ in het slaapsysteem, waardoor je baby langer wakker kan zijn en zijn slaapuren in minder slaapjes plaatst. Juist deze ontwikkeling maakt dat je kleintje twee voorspelbare (goede) slaapjes gaat doen en eerder op de avond naar bed gaat: een ritme zoals veel ouders dit fijn vinden.

Rond 12 maanden
Dit is een kleine ontwikkelsprong betreft slaap en je merkt het niet altijd. Zeker niet als er wat turbulentie is geweest rond acht maanden, waardoor je het gevoel kunt hebben dat je al maanden in een slaapmaturatie zit. En soms is er helemaal geen gedoe. Let erop dat je je baby wel twee dagslaapjes laat doen: sommige dreumesen geven je het idee wel zonder een slaapje te kunnen, maar het tegendeel is waar. Juist als je te vroeg een slaapje laat vervallen, komt er oververmoeidheid en gaat je kleintje juist slechter slapen.

Rond 18 maanden
Tijdens deze fase beginnen dreumesen echt een eigen willetje te krijgen en begrijpen ze oorzaak en gevolg steeds beter. Ook beseffen ze dat ze eigen keuzes kunnen maken. Allemaal oorzaken voor een periode van slechter slapen, maar rommeliger slapen komt vooral doordat het slaapsysteem weer verder is ontwikkeld. Soms merk je dit al op 16 maanden, dat komt omdat hier een ontwikkelsprong zit die je de indruk kan geven dat je baby wel genoeg heeft aan één slaapje overdag. Ga hier flexibel mee om en geef je kleintje de kans om einde middag nog even een kort slaapje te doen als je ziet dat hij moe is. Ook de wakkertijden wil je langzaam oprekken, je baby mag hier nog aan wennen. Maar weet dat het dus eigenlijk vooruitgang betekent. Hou vol!

Zo werkt de slaapcyclus van je kleintje

Pasgeboren baby’s slapen af en aan. Als je baby wat ouder wordt, zijn die lange slaapjes even verleden tijd. Het is heel normaal dat je baby dan kortere slaapjes doet van 45 minuten. Geen paniek, dat is nog steeds een hele slaapcyclus en je kleintje rust dus goed uit. Langere slaapjes krijg je als je baby meerdere slaapcycli aan elkaar koppelt en dat is een kwestie van doen én helpen. Slaapt je baby korter, bijvoorbeeld 30 minuten? Deze hazenslaapjes zijn minder herstellend, je kleintje mist dan wat slaapfasen en wordt dan ook moe wakker. Pak je ritme op en let goed op de slaapsignalen, help het volgende slaapje wat meer door bijvoorbeeld te gaan wandelen. Juist dan kan je baby langer slapen en kan hij oefenen om slaapcycli aan elkaar te koppelen. Bij korte slaapjes wil je overigens meer dagslaapjes, zodat je baby wel genoeg slaapt. Volg het ritme en dan weet je zeker dat je kleintje voldoende slaapjes krijgt.

De slaapcyclus wordt steeds langer naarmate je baby ouder wordt. Baby’s slapen in rondjes van 45 minuten, een dreumes doet dit in 50 minuten en zo groeit dit door tot de volwassen lengte van 90 minuten, als je baby een kleuter is geworden. Dat is niet het enige wat verandert. Wist je dat ook de indeling van die rondjes slaap verandert? Zo begint een baby zijn slaapje met lichte en droomslaap en een dreumes eindigt hier juist mee. Daarom worden baby’s ook makkelijker wakker als ze net slapen. Een ander verschil is dat baby’s veel meer dromen, wel de helft van hun totale slaap. Ook daardoor worden ze makkelijker wakker uit een slaapje.

Lees ook: Het belang van slapen voor je baby

Slaapsignalen herkennen bij je baby

Je kunt je baby helpen in slaap te komen door vroegtijdig zijn slaapsignalen te herkennen. Een goede timing is hierbij essentieel, daarom is het ook fijn om te werken met ritmes of wakkertijden die passen bij de leeftijd van je baby. Zo weet je ongeveer wanneer je de slaapsignalen mag verwachten én maak je de slaap meer voorspelbaar. Als je baby over zijn slaap heen is, is het steeds lastiger om in slaap te vallen. Dit komt omdat de 24-uursklok dan weer in ‘wakker stand’ staat en niet meer is afgesteld op slaap. Dat geeft vaak onrust bij het slapen en als er al geslapen wordt, zijn de slaapjes rommelig en kort. Help je baby, want juist daardoor komt er rust (co-regulatie) en leert hij dat slapen fijn is. Huilt je kleintje? Troost dan! En ga meteen naar hem toe als hij wakker is.

Is je baby bij jou in slaap gevallen? Geen paniek, een zwaluw maakt nog geen zomer. Probeer een volgende keer je kleintje net wat eerder neer te leggen en blijf erbij. En wil je je baby wegleggen als hij al slaapt? Wacht dan even 20-30 minuten. Dan zit je baby namelijk in een diepere slaapfase en wordt hij minder snel wakker. Verwarm wel het plekje voor, zodat je baby niet wakker wordt van de temperatuurwisseling.

Vermoeidheidssignalen bij baby’s

  • Gapen
  • In de ogen wrijven
  • Naar zijn oortjes grijpen
  • Oogcontact vermijden
  • Gebalde vuisten
  • Sloom of suf overkomen
  • Jengelen
  • Kleine oogjes en staren

Een oververmoeide baby herkennen

  • Geïrriteerd zijn
  • Bleek zien en grote ogen
  • Heel druk doen of juist te rustig zijn
  • Minder makkelijk wegleggen
  • Heel alert zijn
  • Korte aandachtspanne, wil steeds geamuseerd worden.

Ook slaapsignalen ontwikkelen, dus bij een kleine baby zie je ze nog minder goed. Soms zijn er pas slaapsignalen als je het slaapritueel start en soms pas als je je kleintje weglegt. Let dus op de wakkertijden, je baby’s (eventuele) signalen en gebruik je gezonde verstand. Want na een kort slaapje is het bijvoorbeeld logisch dat je baby eerder moe is. Iedere baby is anders, dus probeer te herkennen wat typerend is voor jouw baby. Als je de signalen goed kent, kan je hier steeds beter op inspelen.

Slaaptips voor baby’s

Bepalen wat je baby nodig heeft, kan een uitdaging zijn wanneer er zoveel mogelijkheden zijn. Bekijk in onderstaande slaaptips of dit gaat helpen om je kleintje te laten slapen.

  • De biologische klok van een baby werkt de eerste weken nog niet. Zorg voor een duidelijk dag- en nachtritme. Je helpt je baby door -vanaf het moment dat het dag- en nachtritme klopt- overdag te zorgen voor licht in huis; ’s nachts mag het donker zijn. Ook buiten zijn, voedingen en activiteit zetten die 24-uursklok gelijk. Wees ook hierin voorspelbaar, juist zodat het klokje weet hoe het mag tikken.

  • Baby’s doen ontzettend veel indrukken op. Om daarvan bij te komen, is rust belangrijk. Beperkt daarom de kraamvisite, ga niet te veel met je baby op pad en vermijd harde geluiden of fel licht. Zorg ook echt voor slaap, want juist dan kan je kleintje de indrukken verwerken én verder groeien. Wist je dat kleintjes juist tijdens het slapen hun breintje ontwikkelen en daarom al die groeisprongen ook echt krijgen inclusief het steeds beter verwerken van indrukken? Hiervoor hebben ze jou ook nodig, met co-regulatie help je je baby om alles te verwerken.

  • Hoe beter een baby overdag slaapt, hoe rustiger de nachten verlopen. De nacht is namelijk een spiegel van de dag. Zorg voor voldoende slaap overdag en kijk goed naar je baby. Check eventueel dit artikel voor meer tips: Wat als je baby overdag niet slaapt?

  • Een bedtijdritueel helpt je baby beter en rustiger inslapen. Dit hoeft bij een klein kind niet heel lang te duren, meestal is tien minuten genoeg en ’s avonds kun je dit natuurlijk wat langer maken. Het gaat erom dat je de dag afbouwt: van actief naar passief. Ook wil je het voorspelbaar maken: dus altijd in dezelfde volgorde de dingen doen. Bijvoorbeeld: badje, tandjes poetsen, pyjama en slaapzakje aan, een liedje zingen, knuffelen en eventueel zijn speentje en een kusje te geven.

  • Ga overdag niet op je tenen lopen en fluisteren om je baby niet wakker te maken. Je kleintje is namelijk geluid gewend vanuit de zwangerschap en absolute stilte is dus een gevaar! Rommel lekker wat aan of gebruik eventueel white noise. Let wel op plotselinge en harde geluiden, zoals de deurbel, want daarvan word je baby wel wakker.

  • Kamille en lavendel werken rustgevend. Een badproduct met zo’n geur kan dus helpen je baby in te laten slapen. Maar dan mag het wel een pure geur zijn in de vorm van etherische olie, anders is het alleen maar een fijn geurtje.

  • Leg je baby wakker in bed: zo leer je hem zelf in slaap te vallen. Slaapt je kleintje vaak bij jou of juist tijdens een voeding? Leg dan rozig weg en blijf erbij. Doe rustig als je kind ’s nachts wakker wordt. Hoeft hij geen schone luier? Sla dat dan liever over. Doe een klein zacht oranje/rood lampje aan en en voed of knuffel je baby. Maak wel verschil tussen dag en nacht, maar ga niet ineens helemaal stil zijn, dat is verwarrend voor je kleintje.

  • Blijf rustig, ook al ben je doodmoe door de gebroken nachten. Schakel eventueel hulp in om zelf meer uit je slaap te halen. Het gaat immers niet om hoeveel je slaapt, maar om hoe goed je slaapt. Zie je het even niet meer zitten? Laat je baby dan even over aan iemand anders, zodat je zelf bij kunt tanken. Juist als jij rustig(er) bent, word je baby ook rustiger.

  • Een stukje in de auto rijden, een slaap-cd, producten met slaapgeluiden. Ja, het kan helpen, maar het lost niet de reden van het slechte slapen op. Niet iedere plek is geschikt om in te slapen, zoals het autostoeltje of de box. Als het slapen echt slecht gaat, kun je het beste dragen en wandelen en natuurlijk hulp inschakelen van een deskundige.

Je baby laten huilen, wel of niet doen?

Huilen is voor baby’s één van de duidelijkste en laatste middelen die ze hebben om contact te maken: er is een nood. Als jij je baby vervolgens troost, betekent dit niet dat je hem verwent. Uit onderzoek blijkt namelijk dat je jonge baby’s niet kunt verwennen, zeker niet de eerste 6 maanden. Onderzoek heeft uitgewezen dat je kind troosten de voorkeur geniet boven hem te laten huilen. Je baby heeft je immers nodig, ook om te reguleren. Juist door te troosten help je je kleintje. Onderzoek toont ook aan dat baby die eerst meer zijn geholpen, later veel zelfstandiger zijn, ook met slapen.

Belangrijk om te weten

Als het gaat over laten huilen is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen baby’s tot 6 maanden oud en baby’s ouder dan 6 maanden. Waarom? Een overzicht.

  • Pasgeboren baby’s zijn nog niet in staat zijn om zichzelf te troosten en hun behoeftes uit te stellen. Jouw troost is daarom nodig. Kleintjes doen er jaren over om zichzelf echt te reguleren, ook dit is een groeiproces. Laat je je kind huilen, dan forceer je en geef je de boodschap dat je baby het alleen moet oplossen. Kleintjes geven het dan op en verbreken de verbinding. Dat is niet alleen voor de slaap niet zo goed, ook stoort dit de hechting.

  • Baby’s jonger dan 6 maanden kun je niet verwennen. Onderzoek heeft aangetoond dat troosten beter is dan kort laten huilen. Je baby voelt zich sneller geborgen. Juist vanuit geborgenheid kun je groeien en ook slapen is loslaten dus dan wil je je veilig voelen.

  • Bij baby’s vanaf 6 maanden hoef je ook niet aan de slag te gaan met een slaaptraining. Het (gecontroleerd) laten huilen is echt onnodig en kan ook echt de hechting verstoren. Werk liever met zachte methodes, die inspelen op de natuurlijke processen en ontwikkelingen. Zo vorm je de slaap liefdevol en met oog voor hechting. Het laten huilen brengt juist minder goede slaap en ook negatieve associaties.

Lees ook: 7x zo help je je baby lekker te slapen

Ontdek meer tips en adviezen van deskundige Stephanie Molenaar.

Beeld: iStock.com/SolStock

Alles over de groei en ontwikkeling van je baby