Voorkeurshouding en redressiehelm bij baby's
Bij 1 op de 5 baby’s in Nederland wordt in de eerste levensmaanden schedelvervorming vastgesteld. Dit kan gebeuren doordat het schedeltje nog relatief zacht is en het hoofd snel groeit. Ook ligt een baby veel op de rug in verband met het risico op wiegendood. Uit onderzoek (2013) blijkt dat de redressiehelm niet voor verbetering zorgt bij matige schedelvervorming. Tot 2013 droegen ongeveer 4.000 baby’s een helm. Het onderzoek sloot af met het advies om geen helmbehandeling in te zetten bij gezonde baby’s met matige tot ernstige schedelvervorming.
Wat moet je doen als je baby een voorkeurshouding heeft?
Heeft je baby een voorkeurshouding die niet verdwijnt, of schedelvervorming? Kies dan voor een kinderfysiotherapeut die een schedelmeting kan doen. Dit wordt gedaan met een zacht bandje dat uithardt in de vorm van het hoofd. Hierna wordt de vorm van het hoofd berekend. Met het blote oog is niet altijd te zien of het hoofdje scheef of afgeplat is. Of je daarna kiest voor een redressiehelm of niet, is aan jou. Laat je goed voorlichten door een medische professional, die op de hoogte is van de zogenoemde ‘JGZ-richtlijn Voorkeurshouding en Schedelvervorming’.
Hoe voorkom je schedelvervorming?
Belangrijker is om schedelvervorming te voorkomen. Met deze maatregelen bereik je al veel:
- Leg je kleine in de eerste weken 3 tot 5 keer per dag 1 tot 5 minuten op de buik. Leg de armpjes naar voren, zodat hij op de ellebogen kan steunen. Zo kan hij zijn hoofd makkelijker optillen en beide kanten opkijken. Bouw op naar 30 minuten bij drie maanden. Uiteraard onder toezicht.
- Als je flesvoeding geeft, leg je kleine dan om en om op links of rechts in je armen. Of op schoot recht voor je, zodat het hoofdje in het midden blijft.
- Leg je baby op zijn rug te slapen. Draai het hoofdje afwisselend per slaapje naar links of rechts. Leg felgekleurd speelgoed aan de niet-voorkeurskant voor als je baby wakker is. Doe dit ook in de box.
- Je baby heeft een voorkeur voor licht. Je kunt het bedje zo opmaken of het bedje draaien, dat je kleine met de niet-voorkeurskant of afwisselend naar de ene of de andere kant naar het licht kijkt.
- Je baby in de draagzak? Draai zijn hoofdje naar de niet-voorkeurskant of het midden.