Eenkennigheid en verlatingsangst bij je baby

Eenkennigheid en verlatingsangst bij je baby

Zo tussen de 6 maanden en 1 jaar kan het gebeuren dat je vrolijke en spontane baby plotseling een angst ontwikkelt voor iedereen behalve zijn moeder, vader en broertjes of zusjes. Je baby begint dan ineens te huilen als er een vreemd gezicht verschijnt. Je kind is waarschijnlijk in de fase van eenkennigheid en verlatingsangst beland. Hoe zit dat precies en wat kun je doen?

Samen met Nederlands Jeugdinstituut

Over eenkennigheid en verlatingsangst

Verlatingsangst en eenkennigheid komen vaak tegelijk voor bij baby’s tussen 6-12 maanden en kunnen elkaar versterken. Je baby hecht zich in deze fase sterk aan één of twee personen en wordt bang om van hen gescheiden te worden.

Wat is eenkennigheid?

Eenkennigheid betekent dat een kind meestal tussen de 6 maanden en 1 jaar oud, zich alleen veilig voelt bij één of twee mensen, meestal de ouders, en bang wordt bij anderen. Een eenkennig kind kan gaan huilen, wegkruipen of zich stevig vasthouden aan de ouders als het onbekende mensen ziet. Dit gedrag kan verschillen per kind; de een laat het duidelijker zien dan de ander. Eenkennigheid is een normale stap in de ontwikkeling van je kind.

Hoe ontstaat eenkennigheid bij je baby?

Als je baby tussen de 6 en 9 maanden oud is, leert je baby onderscheid maken tussen de mensen met wie hij een vertrouwensband heeft opgebouwd en waar hij zich veilig voelt en met de mensen met wie hij die band niet of nauwelijks heeft. Je baby realiseert zich langzaam maar zeker dat hij voor zijn verzorging grotendeels afhankelijk is van onmiddellijke familieleden. Dat zijn in de eerste plaats zijn ouders, en daarnaast misschien nog een paar vertrouwde personen zoals opa en oma of de oppas.

Deze stap in de ontwikkeling van je baby heeft als gevolg dat alle mensen die buiten dit kleine vertrouwde kringetje van liefhebbende verzorgers vallen, plotseling bedreigend voelen. Je baby kan angstig worden als vertrouwde personen bij hem weg gaan of vreemden in de buurt komen. Niet alle baby’s hebben er overigens evenveel last van. De ene baby laat meer eenkennigheid zien dan de andere. Ook dat is normaal.

Wat is verlatingsangst?

Verlatingsangst bij je baby betekent dat je kind bang is dat je hem verlaat en niet meer terugkomt. Net als eenkennigheid is het een normale stap in de emotionele ontwikkeling van je baby. Ergens tussen de 6 en 9 maanden oud, krijgt je baby in de gaten dat hij niet dezelfde persoon is als zijn ouders en in het bijzonder zijn moeder. Hierdoor begrijpt je kind dus ook dat je hem kan verlaten.

Daarnaast is je kleintje steeds beter in staat om zich een beeld te vormen in zijn hoofd, ook als dat beeld op dat moment niet zichtbaar is. Je baby kan dus aan je denken en jou voor zich zien en vervolgens ontdekken dat je er niet bent. Deze vorm van verlatingsangst kan zich ook voordoen als je even in een andere kamer bent en dus niet zichtbaar bent voor je baby.

Eenkennigheid en verlatingsangst herkennen

Je baby zit waarschijnlijk in de fase van eenkennigheid en verlatingsangst als je onderstaande punten herkent:

  • Je baby begint te huilen als je hem achterlaat bij de opvang of de oppas, terwijl dit eerder nooit een probleem was.

  • Je baby is blij en ontspannen bij jou, maar verstijft als er een ‘vreemde’ in zijn gezichtsveld komt.

  • Je baby gaat huilen als je even naar de toilet moet of iets moet pakken uit een andere kamer.

  • Je baby slaapt opeens minder goed en wordt onrustig als je zijn slaapkamer verlaat.

  • Je baby klampt zich aan je vast in onbekende situaties en gaat huilen als vreemden tegen hem praten.

Hoe lang duurt de fase van eenkennigheid en verlatingsangst?

Niet alle kinderen maken de fase van eenkennigheid en verlatingsangst in even heftige vorm door. Bij sommige kinderen duurt de periode echt een aantal weken. Bij andere baby’s duurt de fase korter en verloopt het minder heftig. Dit laatste type kind kan zich waarschijnlijk iets sneller aanpassen aan nieuwe situaties dan het eerste.

Tips bij eenkennigheid en verlatingsangst

In de periode van eenkennigheid en verlatingsangst gaat je baby ontdekken dat andere mensen niet per definitie bedreigend zijn. Onderstaande tips laten zien hoe jij je baby kunt helpen tijdens de eenkennigheidsfase:

  • Benoem aan familieleden, vrienden en bekenden van tevoren dat je kind in de eenkennigheidfase zit. Vraag ze om je kind niet direct aan te raken. In plaats daarvan kunnen ze beter je kind rustig benaderen via vriendelijke woordjes, een glimlach en een speeltje.

  • Geef je baby de tijd om aan andere mensen te wennen. Dat gaat het best wanneer hij ondertussen veilig op zijn moeders schoot zit.

  • Je baby moet in deze periode erop leren vertrouwen dat geliefde personen na een korte of langere periode van afwezigheid altijd weer terugkeren. Dit kost tijd. Door met je baby kiekeboe of een ander verstopspelletje te spelen, leert hij dat je er nog steeds bent, ook als hij je niet kan zien.

  • Neem de tijd als je je baby wegbrengt. Blijf nog even totdat hij gewend is aan de nieuwe omgeving. Zo geef je hem het vertrouwen dat dit een goede plek is waar jullie op je gemak zijn. Iets vertrouwds meegeven van thuis helpt: een eigen knuffel of speeltje geeft een veilig gevoel.

  • Heb je een nieuwe oppas? Spreek dan een uur eerder af voordat je weg moet. Hierdoor groeit het vertrouwen in jouw bijzijn en voelt het voor je baby niet alsof je hem bij een compleet vreemde achterlaat.

Hoe ga je met eenkennigheid en verlatingsangst om?

De periode van eenkennigheid kan voor jou en je partner vermoeiend en frustrerend zijn. Aan de ene kant is het heel lief dat je kind zo sterk zijn voorkeur voor jullie laat blijken, maar aan de andere kant kun je het gevoel krijgen dat je baby je hiermee aan banden legt en je bewegingsvrijheid beperkt.

Je zult er (helaas) aan moeten wennen dat afscheid nemen voorlopig huilbuien teweeg brengt. Op die momenten helpt het om te weten dat deze fase niet zo lang duurt en vanzelf weer overgaat. Na een paar weken heb je het ergste wel gehad. Je kind is dan hooguit nog wat verlegen tegenover vreemden, maar raakt niet meer volledig in paniek. Misschien moet hij nog huilen als je weggaat, maar hoor je van de oppas dat hij na je vertrek al snel weer tot rust komt.

Als je je kind de gelegenheid geeft om in jouw veilige aanwezigheid aan nieuwe gezichten te wennen, zal hij zijn angst voor vreemden sneller verdwijnen. Het vertrouwen dat je altijd weer terugkomt, groeit sneller wanneer je hem elke keer vertelt dat je even weg bent, maar daarna gewoon weer terugkomt. Steun je baby dus tijdens deze periode. En nogmaals: alles is een fase.

Bron: Nederlands Jeugdinstituut (NJI)

Beeld: iStock.com/SDI Productions

Alles over de groei en ontwikkeling van je baby