De 7 belangrijkste mijlpalen in de ontwikkeling van je kind
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Helaas zien we dat elke dag weer in het aantal kinderen met verwondingen op de eerste hulp. Dit kun je voorkomen! Weet welke belangrijke mijlpalen er zijn in de ontwikkeling van je kind, hoe je ze herkent en wat je kunt doen om jouw kind veilig te laten opgroeien. Laat je niet verrassen!
Beoordeeld door
Mieke CotterinkDeskundige Kinderveiligheid VeiligheidNL
Instalive Q&A
Samen met experts in kinderveiligheid Mieke Cotterink en Mariëlle Hermans van VeiligheidNL beantwoordt hoofdredactrice Mariska de meest gestelde vragen over het veilig opgroeien van je kind.
Mijlpaal 1: Omrollen naar buik
“Ik ga sneller dan je denkt, dus hou me in de gaten.”
(vanaf 3 maanden)
Als je kleintje op zijn rug ligt, kan hij al even zijn hoofd optillen en zijn benen in de lucht doen. Soms laat hij zijn benen opzij vallen. Nog even en dan rolt je baby zo naar zijn buik. Zorg daarom altijd dat je baby veilig kan rollen.
- Zorg dat je baby de ruimte heeft om te rollen.
- Leg hem niet in een babynestje.
- Leg geen grote knuffels, kussens of andere zachte dingen om hem heen.
- Laat je baby niet alleen op de commode, de bank of het grote bed liggen. Wil je wat pakken? Loop niet zomaar weg, maar leg dan één hand op het buikje.
Lees ook: Je kind veilig laten slapen: de meestgestelde vragen beantwoord
Zo help je je baby om sterker te worden
Het is ook belangrijk dat je je baby helpt sterker te worden. Op die manier kan hij omrollen van zijn rug naar zijn buik, maar ook weer terug. Daarvoor moet hij oefenen en heeft hij ruimte nodig. Het liefst ligt je kleintje op een kleed of in de box lekker te trappelen. Een babygym waar je baby mee kan spelen vindt hij ook heel leuk. Laat je kleine trouwens niet langer dan één uur in de wipstoel of ander stoeltje zitten, dan kan hij zich niet lekker bewegen! Het beste leg je jouw baby zeker drie keer per dag, als hij wakker is, even op zijn buik terwijl je erbij blijft.
Mijlpaal 2: Tijgeren
“Ik ga eerst nog achteruit, maar straks kan ik ook vooruit!”
(vanaf 6 maanden)
Je kleine kan al bijna tijgeren! Maar het is nog wel moeilijk, want eerst gaat hij steeds achteruit. Als je baby op zijn buik ligt, is hij al zo sterk dat hij zijn hoofd heel goed kan optillen. Vanaf nu probeert je kleintje af te zetten met zijn armen en mijn benen, maar draait steeds een rondje of gaat achteruit. Maar je zult zien dat hij blijft proberen en dan straks ook vooruit gaat! En dan gaat er een wereld voor hem open, want dan kan hij zich verplaatsen en dingen pakken waar hij eerst niet bij kon. Kijk door de ogen van je kind om te zien waar de gevaren op de loer liggen.
- Zorg ervoor dat er geen kleine voorwerpen, zoals (knoopcel)batterijen, muntjes, snoepjes of pillen op de grond liggen.
- En lage stopcontacten, ook even afschermen.
Lees ook: Veilig huis voor je baby? Tips voor een babyproof huis
Zo help je je baby om sterker te worden
Je kan je baby helpen door de sokjes uit te doen. Met blote voetjes kan hij beter afzetten. En als het dan nog niet lukt om vooruit te komen, kun je je hand even tegen zijn voetjes duwen. Dan kan je kleine goed oefenen met afzetten.
Mijlpaal 3: Kruipen
“Ik kan al bijna kruipen!”
(vanaf 7 maanden)
Soms ligt je baby nog met zijn buik op de grond terwijl hij vooruit beweegt, maar hij probeert al steeds vaker op zijn handen te steunen. Is het je al opgevallen dat hij dan steeds vaker zijn knieën optrekt? Leuk dat je kleine zich nu kan bewegen, maar dan kan hij straks sneller bij de trap, bij water of bij hete voorwerpen komen. Je kleine begrijpt nog niet wat de gevaren hiervan zijn. Gelukkig kun jij als ouder helpen om je kleintje veilig rond te laten kruipen.
- Installeer traphekjes boven en onderaan de trap en doe deze altijd dicht.
- Zorg ervoor dat hij niet bij hete thee en koffie kan komen.
- Schoonmaakmiddelen hebben mooie kleurtjes! Zet ze dus hoog weg of achter een slot, anders willen baby’s daar graag mee spelen.
- Laat je kleintje niet alleen in de buurt van water.
En als je kleine straks kan zitten, is het ook goed om hieraan te denken:
- Misschien kan je overstappen naar een wandelwagen of buggy in plaats van de kinderwagen. Maak dan altijd de riempjes vast.
- Zet de bodem van het ledikantje en de box op de laagste stand (minimaal 55 centimeter tussen de bovenkant van het matras en de bovenkant van het bed)
Lees ook: Bescherm je baby tegen een val van de trap
Zo help je je baby om sterker te worden
Je baby heeft ruimte nodig om zijn armen en benen te gaan gebruiken. En hij heeft dingen nodig waar hij zich aan kan optrekken. Leg bijvoorbeeld wat kussens op de grond, waar hij overheen kan klauteren. Ook help je als je blijft herhalen waar je kleine niet bij mag komen. Ook al begrijpt hij het nu nog niet, het is wel goed om dat te blijven zeggen.
Mijlpaal 4: Optrekken tot staan
“Niet helpen hoor, ik wil het zelf proberen! Ik kan mezelf al bijna optrekken tot staan!”
(vanaf 9 maanden)
Kruipen kan je baby nu heel goed, hij gaat de hele kamer rond en kan al goed op zijn knieën zitten. En als je kleine bij een tafel is aangekomen probeert hij zich daaraan op te trekken, maar dat is nog wel moeilijk. Denk eraan dat je kind zich ook aan het tafelkleed op kan willen trekken, dat hij dan met tafelkleed en al weer omvalt snapt hij nog niet. Het is normaal dat hij nog vaak omvalt. En omdat zijn hoofd groot en zwaar is vergeleken met de rest van het lichaam, valt je kleintje dan snel op zijn hoofd. Dat is helemaal niet erg, dat hoort erbij. Maar wel belangrijk dat hij dan niet tegen iets aan valt en zich echt pijn doet. Gelukkig kun jij als ouders zorgen dat je kind veilig kan vallen en weer op kan staan. Denk hieraan:
- Zet geen gevaarlijke spullen op tafel, zoals hete thee en koffie, waar je kind bij kan komen.
- Gebruik even geen tafelkleden.
- Zorg ervoor dat er ruimte is om te vallen als het een keer misgaat.
- Scherm scherpe meubelhoeken af.
Lees ook: Voorkom brandwonden bij je baby
Als je kind kruipt, kan hij vaak ook snel zelf gaan zitten. Als hij stevig zit en niet omvalt, kan hij mee in een fietszitje voorop. Zo kun je samen nog meer van de wereld zien!
Zo help je je baby om sterker te worden
Laat je kind vooral lekker oefenen. Helpen is echt niet nodig. Kinderen willen het graag zelf proberen en vallen hoort daarbij!
Mijlpaal 5: Lopen
“Wat ben ik groot, en wat ga ik snel. Ik kan al bijna zelf lopen! En dan ga ik op avontuur!”
(vanaf 11 maanden)
Je kind kan nu al heel goed langs de tafel lopen en soms staat hij ook plotseling even los. Af en toe probeert hij een paar stapjes los te lopen, maar meestal raakt hij uit balans en dan valt hij om. Maar wacht maar af, voor je het weet, loopt je kleine de hele kamer rond! Je kind gaat nu wel op ontdekkingstocht omdat hij opeens op plekken kan komen, waar hij eerst niet bij kon. En hij klimt overal op, zelfs op de trap. Je kind ziet nog geen gevaar. Gelukkig kun jij een handje helpen.
- Houd je kleine goed in de gaten, hij kan nu niet alleen gelaten worden.
- Zorg ervoor dat medicijnen, (knoopcel)batterijen en schoonmaakmiddelen hoog of achter slot opgeborgen zijn.
- Laat nooit een (opblaas)badje met water staan, maak het badje na gebruik meteen leeg.
- Draai de stelen van pannen tijdens het koken naar achteren.
Lees ook: 4x veilig spelen in en om water
Zo help je je baby om sterker te worden
Laat je kind zoveel mogelijk zelf oefenen met lopen, in eigen tempo. Een loopwagen kan hierbij helpen. Of probeer eens een loopfiets met drie of vier wielen. Hou het wel in de gaten, maar grijp niet te snel in. Je kleine leert er juist van als het soms niet meteen lukt. Herhaal ook wat je kind wel en niet mag, ook al begrijpt hij dat nu nog niet zo goed.
Mijlpaal 6: Regels herkennen
“Ik kan al heel veel, maar snap nog niet wat regels zijn. Ik kan al lopen en probeer overal op te klimmen. Ook begin ik woordjes te zeggen.”
(vanaf 15 maanden)
Misschien heb al gemerkt dat je kind reageert op zijn naam. En ook het woordje ‘Nee’ is inmiddels bekend. Je kunt beginnen met oefenen van regels als je kind ongeveer 1,5 jaar is.
- Houdt je kind nog steeds goed in de gaten, hij kan nog nu niet alleen gelaten worden.
- Zorg ervoor dat medicijnen, (knoopcel)batterijen en schoonmaakmiddelen hoog opgeborgen zijn.
- Laat nooit een (opblaas)badje met water staan, maak het badje na gebruik meteen leeg.
- Draai de stelen van pannen tijdens het koken naar achteren.
Wist je ook dat je kleintje vanaf 15 maanden in de autostoel mag zitten, zodat hij vooruit kan kijken?
Lees ook: Je kind veilig vervoeren in de auto
Zo help je je baby om sterker te worden
Als je kind goed kan lopen, dan kun je beginnen met het oefenen met traplopen. Loop achter je kind aan naar boven en voor je kind uit naar beneden. Misschien lukt het ook om op een loopfiets met twee wielen te fietsen. En het is nu heel belangrijk om te oefenen met regels, wat wel en niet mag. Je kleintje begrijp het nog niet altijd goed, dus ook hier geldt: oefenen! En ook belangrijk is dat een regel ook geldt als je kind bijvoorbeeld bij opa en oma is.
Mijlpaal 7: Afspraken maken en leren omgaan met risico’s
“Ik kan veel meer dan jij denkt. Ik ga nu begrijpen dat een regel ook geldt in een andere situatie dan thuis. En ook als jij er niet bij bent.”
(vanaf 36 maanden)
Je kind is zich nu bewust van het feit dat als hij thuis niet alleen de trap op mag klimmen, dat het dan bij oma ook niet mag. Maar je kind vindt het wel heel leuk om dingen te ontdekken en uit te proberen, grenzen opzoeken. Spelen en op avontuur gaan is de beste manier om te leren. Lekker uitproberen en experimenteren; dan leert je kleine steeds beter risico’s inschatten. Dat gaat stap voor stap en jij kan daar een handje bij helpen.
- Kijk goed naar je kind als hij speelt, dan weet je wat hij allemaal al kan en wat hij nog moeilijk of eng vindt.
- Zorg voor een ‘veilige’ omgeving, zonder gevaren, waar vrij gespeeld kan worden.
- En hou je kind nog altijd in de gaten, zeker in de buurt van water en in het verkeer.
Zo help je je baby om sterker te worden
Door je kleintje ruimte te geven om risicovol te spelen, word hij sterker, zelfverzekerder en ontwikkelt hij doorzettingsvermogen. Natuurlijk kan er wel eens een schaafwond, een bult of een vieze broek ontstaan. Jij als ouders, speelt hierin een belangrijke rol! Jij bepaalt uiteindelijk of je kind de ruimte krijgt om te kunnen ontdekken en te experimenteren. Je kind kan al veel meer dan jij denkt.
- Kijk en luister naar je kind. Is hij stoer, angstig of vol energie? Als ouder ken je je kind natuurlijk het allerbeste.
- Luister naar je eigen gevoel. Het maakt niet uit wat andere ouders vinden of doen.
- Bereid je erop voor dat je kleintje zelf zijn grenzen gaat verleggen. Oefen ermee als dat nodig is.
- Maak duidelijke afspraken. Als je kind er qua ontwikkeling aan toe is, kun je afspraken maken met hem, maar ook met andere ouders. Wat mag wel en wat mag niet?
- Maak niet teveel regels, herhaal de regels regelmatig en wees consequent.
- Moedig je kleine aan en hou afstand. Geef de ruimte om te experimenteren.
- Waarschuw niet te snel. Je kunt je kind daarmee juist uit zijn concentratie halen. Als je wel ingrijpt, leg uit waarom je ingrijpt.
- Laat je kind meer én beter bewegen.
Dit alles is belangrijk voor de rest van zijn leven!
Ontdek meer tips en adviezen van deskundige Mieke Cotterink.