De eerste hapjes van je baby
Ga je beginnen met de eerste hapjes? Weet dan dat de overstap van melk naar vaste voeding heel geleidelijk gaat en bij elke baby anders verloopt. De ontwikkeling en behoeften van je baby geven aan wanneer het juiste moment is om met de eerste vaste hapjes te beginnen. Natuurlijk wil je er, net als bij alle andere dingen, zeker van zijn dat je je baby veilig en gezond laat beginnen met vaste voeding.
Wijze raad van
Marije VerwijsExpert Voeding & Gezondheid
Dus wat - en wanneer - is de beste manier om vast voedsel te introduceren? Met welke hapjes moet je beginnen? En wat moet je nog meer weten? Lees verder om alles te weten te komen over de eerste hapjes van je baby.
Wanneer beginnen met de eerste hapjes?
Het advies van het Voedingscentrum is om tussen de vier en zes maanden - als je baby eraan toe is - te starten met oefenhapjes. Je merkt wanneer je baby hieraan toe is als hij smakkende geluidjes maakt of bijvoorbeeld het eten uit je mond kijkt. De oefenhapjes zijn geen vervanging voor borstvoeding of flesvoeding. Blijf deze voeding dus geven.
Waarom eerst oefenhapjes?
Door de oefenhapjes went je baby alvast aan andere smaken dan zoete warme melk, leert je baby te happen van een lepel en oefent zo de mondspieren. Dit is goed om te leren praten straks. Geleidelijk vervang je de borst- of flesvoeding, tussen zes en acht maanden voor vaste voeding. Dit kun je doen door vanaf zes maanden de oefenhapjes verder uit te breiden tot een volledige maaltijd.
Hoe weet je of je baby klaar is voor de eerste hapjes?
Wanneer je met vaste voeding begint is het belangrijk dat je kind over een aantal vaardigheden beschikt. Vraag jezelf daarom het volgende af voordat je met oefenhapjes begint:
- Heeft je baby een goede controle over zijn hoofd?
- Kan je baby zonder steun rechtop zitten?
- Kan je baby goed slikken? *Toont je baby belangstelling voor voedsel? Kijkt hij bijvoorbeeld het eten uit je mond?
Als je baby aan deze vaardigheden voldoet, is hij klaar voor vaste voeding. Probeer eens of hij een lepeltje in zijn mond accepteert. De eerste keren zuigt je baby waarschijnlijk meer aan het lepeltje dan dat hij echt hapt. Ook eet hij waarschijnlijk niet meer dan een paar hapjes.
Wat als je baby de hapjes steeds uitspuugt?
Het kan zijn dat je baby de oefenhapjes steeds weer uitspuugt, dit is niet gek, want het is nogal wennen voor je baby. Het kan wel tien pogingen duren, voordat je baby een bepaalde smaak accepteert. Ook kan het zijn dat je baby nog niet toe is aan oefenhapjes. Probeer het later nog een keer, het is namelijk belangrijk om te blijven oefenen. Let er wel op dat je baby bij de leeftijd van 6 maanden deze oefenhapjes echt nodig heeft.
Met welke hapjes begin je als eerste?
Als uitgangspunt kun je in principe alle gezonde producten geven die je zelf ook eet. Je kunt bijvoorbeeld beginnen met een lepeltje geprakte groente of fruit. Geef in het begin oefenhapjes met een zachte smaak, dan is het verschil met de zoete smaak van borst- of flesvoeding niet al te groot.
Begin met het aanbieden van losse smaken, combineer dus nog geen verschillende smaken. Zorg dat je één smaak meerdere keren aan je baby laat proeven, zo herkent hij de smaak en leert hij deze waarderen. Dit hoeft niet per se op achtereenvolgende dagen. Het kan gebeuren dat je baby een bepaald soort voeding de eerste keer niet lijkt te lusten. Dit betekent niet dat je die voeding moet opgeven. Het kan tien (of meer) keer duren voordat een baby een nieuwe smaak accepteert
Oefenhapjes fruit
- Banaan
- Perzik
- Peer
- Meloen
Oefenhapjes groente
- Bloemkool
- Broccoli
- Doperwtjes
- Wortel
- Pompoen
Bron: Voedingscentrum
TIP! Check deze voorbeelddagmenu’s om te zien wat je per dag aan je baby kunt geven.
Bouw vezels rustig op
Gaat je kind meer vezels eten (bijv. in brood, pasta, rijst en pap), dan is het belangrijk dit op te bouwen. Begin met aardappel, witte pasta, witte rijst en pap van rijstebloem. Prak het eerst wel goed fijn. De darmen van je kind wennen zo rustig aan vezels in de voeding. Gaat dat goed, stap dan geleidelijk over op volkorenbrood, volkorenpasta, zilvervliesrijst of pap van volkorenmeel. Doop brood eerst even in wat borstvoeding of kunstvoeding om het wat zachter te maken. Vanaf zeven maanden mag je baby brood met korst eten.
Welke hapjes kun je beter nog niet geven?
Soms kun je beter nog even wachten met het geven van bepaald voedsel, omdat dit ziekmakende bacteriën kan bevatten of allergische reacties kan veroorzaken. Dit geldt onder andere voor onderstaande etenswaren, tot je baby 12 maanden oud is.
Vlees, vis, schaal- en schelpdieren, kaas en eieren
Rauw vlees en producten van rauw vlees, zoals filet américain, ossenworst, carpaccio of niet-doorbakken tartaar. Hierin kunnen ziekmakende bacteriën zitten. Jonge kinderen zijn daar extra gevoelig voor.
Rauwe schaal- en schelpdieren. Rauwe of voorverpakte gerookte vis zoals sushi en gerookte zalm. Hierin kunnen ziekmakende bacteriën zitten. Jonge kinderen zijn daar extra gevoelig voor.
Rauwe eieren en producten met rauwe eieren, zoals zelfgemaakte mayonaise. Hierin kunnen ziekmakende bacteriën zitten. Jonge kinderen zijn daar extra gevoelig voor.
Smeerkaas en gewone kaas. Dit bevat veel verzadigd vet en zout. De nieren van jonge kinderen, tot vier jaar, kunnen nog niet veel zout aan. Geef ook geen kaas gemaakt van rauwe melk, hierin kunnen ziekmakende bacteriën zitten die een voedselinfectie kunnen veroorzaken.
Lever. Dit bevat veel vitamine A. Een teveel kan bijvoorbeeld leiden tot hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid en vermoeidheid bij je kind.
Broodbeleg en honing
Voor een baby in de eerste hapjes-fase is het nog niet nodig om het brood te beleggen. Besmeren met zachte margarine is genoeg. Maar beleggen kan wel.
Leversmeerworst of leverpaté. Dit bevat veel zout, verzadigd vet en vitamine A. Een teveel kan bijvoorbeeld leiden tot hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid en vermoeidheid bij je kind.
Honing. Kinderen tot 1 jaar kun je beter geen honing geven. Honing kan besmet zijn met een bacterie waar kinderen tot 1 jaar erg ziek van kunnen worden.
Melk- en zuivelproducten
Gewone melk. Wacht met het geven van gewone melk tot je kind 12 maanden oud is. Geef tot die tijd borstvoeding of flesvoeding (kunstvoeding). Een beetje gewone melk is niet schadelijk voor een baby, hij kan het gewoon verteren. Maar als hij te veel gewone melk drinkt, krijgt hij te veel eiwit binnen. Te veel eiwit kan schadelijk zijn voor de nieren van een baby. Ook kunnen de nieren zout nog niet goed verwerken.
Chocolademelk en zuiveldranken met een zoete smaak. Deze dranken heeft je kind niet nodig. Ze bevatten veel suiker.
Magere of halvolle yoghurt. Vanaf acht maanden kan een beetje als toetje wel, zolang borstvoeding of opvolgmelk maar de grootste melkbron blijft.
Alle zoete kindertoetjes, zoals kinderkwark, vruchtenyoghurt en vla. Deze toetjes bevatten veel suiker.
Zoete dranken
- Alle zoete dranken, zoals (vruchten)sap, diksap, aanmaaklimonade en (light) frisdrank. Deze dranken bevatten veel suiker en zijn slecht voor het gebit. Het beste drinken voor je kind is water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
Zout
Toegevoegd zout. De nieren van jonge kinderen kunnen nog niet veel zout aan.
Kant- en klaarmaaltijden met toegevoegd zout. Producten hebben vaak al veel smaak van zichzelf. Het is niet nodig om hier zout aan toe te voegen.
Hoe zorg je voor variatie in het eetpatroon van je kind?
Door te variëren met producten uit de Schijf van Vijf en aanbevolen dagelijkse hoeveelheden aan te houden krijgt je kind genoeg van alle voedingsstoffen binnen. In bruin brood zitten veel vezels, in vlees zit ijzer en in groente en fruit zitten weer verschillende vitamines in verschillende hoeveelheden. Natuurlijk vind je kind niet alles even lekker. Het ene kind is dol op worteltjes, de ander houdt meer van doperwten. De meeste kinderen vinden zachte en zoete smaken lekker en houden niet van bitter. Het is logisch dat je kind moet wennen aan een nieuwe smaak.
Lees ook: Alles over voeding voor je baby in het eerste jaar
Hoe bereid je de eerste oefenhapjes?
Zorg ervoor dat het eten geprakt of gepureerd is. In het begin prak je het hapje heel fijn. Als het te droog is kun je pap, fruit en groenten aanlengen met water of melkvoeding, of evt een klein beetje margarine, of lepeltje (olijf- of zonnebloem)olie. Je kunt ook borstvoeding gebruiken om mee te mengen. Deze bekende smaak kan de nieuwe smaak aangenamer maken. Als het goed gaat kun je na een tijdje ook smaken met elkaar gaan combineren. Je kunt groente en fruit ook stomen en af laten koelen. Als dit goed gaat, kun je na een tijdje het hapje wat minder fijn prakken. Wanneer ook dit prima verloopt, kun je het eten aanbieden in kleine stukjes.
Neem bij het voeden van je baby een lepeltje dat vrij plat is. Van een bolle lepel kan je baby nog niet eten. Laat je baby als hij dit kan, zelf ook een lepel vast houden. Wanneer je baby geen lepeltje wilt, dan kan je kind proberen het eten zelf met zijn handjes in zijn mond te stoppen. Zo leert je kind om eten naar zijn mond te brengen.
Voorkom voedselallergie: voor 8 maanden pindakaas en ei geven
Het heeft de voorkeur om binnen de periode van vier tot zes maanden oud te beginnen met oefenhapjes ter voorkoming van voedselallergie. De kans op een voedselallergie is dan kleiner. Als je baby aan wat oefenhapjes gewend is, kun je pindakaas en ei aan het hapje toevoegen. Start in ieder geval met pindakaas en ei voordat je baby acht maanden oud is. Daarnaast blijft het advies om minimaal zes maanden borstvoeding te geven.
Heeft je baby een voedselallergie of ernstig eczeem? Dan is het extra belangrijk om vroeg te starten met het aanbieden van verschillende soorten voeding, waaronder pindakaas en ei. Begin hier dan bij voorkeur vóór zes maanden mee. Overleg wel altijd eerst met de arts of diëtist van je baby. Het consultatiebureau adviseert je hoe je pindakaas en kippenei geleidelijk kan introduceren.