Hoeveel voedingen per dag als je borstvoeding geeft?

De eerste weken na de geboorte is het belangrijk dat je baby genoeg drinkt. Reken op ongeveer 8 tot 12 voedingen per 24 uur, dat is elke 2 tot 3 uur een voeding. Je geeft je baby borstvoeding zodra hij er om vraagt. Als de vorige voeding langer dan 3 uur geleden is en je baby slaapt nog, maak hem dan voorzichtig wakker voor de volgende voeding. Ook ’s nachts moet je baby drinken, hier lees je meer over in het artikel over nachtvoedingen.

Ongeveer een maand na de geboorte is de eerste intensieve borstvoedingsperiode voorbij. Langzaam ontstaat er een ritme, waardoor je kunt proberen de voedingen iets meer in een ritme te krijgen dat voor jou ook prettig is. Als je borstvoeding goed op gang is gekomen kun je uitgaan van ongeveer 6 voedingen per 24 uur. Heeft je baby behoefte aan meer voedingen, dan mag je dat bij borstvoeding altijd geven.

Hoe lang laat je je baby drinken bij borstvoeding?

In principe kun je je baby vanaf de geboorte zo vaak, zo veel en zo lang laten drinken als hij zelf wil. Je baby geeft zelf aan hoeveel voeding hij nodig heeft. In het begin moet je baby nog leren drinken. Neem daarom voldoende tijd voor de voedingen. Als je hem elke keer maar kort aanlegt, krijgt hij te weinig kans om te oefenen. Ook krijgt hij dan te weinig melk binnen, omdat hij nog niet zo goed kan drinken. Dit kan weer tot gevolg hebben dat je melkproductie niet goed op gang komt. De meeste baby’s drinken in de eerste paar weken zo’n twintig minuten per keer. Als jullie allebei de techniek van het voeden onder de knie hebben, zal je baby je borst in ongeveer tien tot vijftien minuten kunnen leegdrinken.

Aan het begin van elke voeding kun je een vervelend gevoel in je tepel hebben, omdat deze wordt uitgerekt door het zuigen. Dat gevoel hoort tijdens het voeden weg te trekken. Pijnlijke tepels worden over het algemeen niet veroorzaakt doordat ze nog niet gewend zijn aan het zuigen van je kind, maar doordat je kleine op een verkeerde manier is aangelegd. Houd je de hele voeding door pijn, dan kun je je baby het beste opnieuw aanleggen. Heb je echt aanhoudend pijn, vraag dan advies bij een lactatiekundige.

Beide borsten gebruiken

Laat je baby bij elke voeding uit beide borsten drinken. Vooral in het begin is het verstandig om halverwege van borst te wisselen. Zo wordt de melkproductie in beide borsten namelijk optimaal gestimuleerd. Waarschijnlijk zal je baby de tweede borst niet helemaal leegdrinken, omdat hij al genoeg heeft gehad. Begin de volgende voeding dan met de borst waarmee je de vorige keer bent geëindigd.

Neem de tijd voor het voeden bij borstvoeding

In het algemeen geldt dat de voedingen het beste verlopen wanneer je er voldoende tijd voor neemt. Onzekerheid en gejaagdheid beïnvloeden de toevoer van je melk. Daardoor doet je baby er, juist wanneer jij haast hebt, langer over om zijn dorst te lessen. Bovendien slaat je eigen onrust meestal over op je kind, die daardoor minder ontspannen gaat drinken. Dat kan weer tot gevolg hebben dat hij te veel lucht binnenkrijgt bij het drinken en na het voeden last krijgt van boertjes of krampjes. Als je voldoende tijd neemt voor de voedingen, komt dit ook het ritme van de voedingen weer ten goede.

Wat zijn regeldagen?

Waarschijnlijk merk je rond de tiende dag na de geboorte dat het ritme van de voedingen van je baby plotseling verandert: hij wil ineens op andere tijden en met een andere frequentie gevoed worden dan voorheen. Bij ongeveer zes weken herhaalt deze situatie zich en bij drie maanden nog eens. Deze perioden worden de regeldagen van je baby genoemd. Tijdens deze dagen geeft je kind aan dat hij toe is aan een grotere hoeveelheid melk. Je baby huilt meer dan gewoonlijk, is onrustig en wilt steeds vaker drinken.

Hoewel het je eigen ritme behoorlijk kan verstoren, is het toch verstandig om je tijdens de regeldagen te schikken naar de behoefte van je baby. Neem voldoende rust, drink wat meer dan normaal en leg je baby vaker aan om je borsten te stimuleren de melkproductie te verhogen. Na een paar dagen merk je dat er vanzelf een nieuw ritme ontstaat. Daarbij is de tijd die tussen de voedingen ligt wat groter geworden en drinkt je kind per voeding meer en langer dan daarvoor.