5 tips om borstvoeding op gang te brengen
De eerste dagen na je bevalling ben je aan het oefenen met borstvoeding geven en het op gang brengen van de melkproductie. Het is vrij normaal dat de melk niet gelijk toeschiet. De melkproductie in deze periode namelijk nog niet optimaal. Gelukkig heeft je baby vlak na de bevalling ook nog niet zoveel voedsel nodig, omdat hij in de baarmoeder een reserve heeft aangelegd. Door je baby veel aan te leggen, geef je je lichaam het signaal om moedermelk aan te maken. Daarna komt de melkproductie meestal vanzelf op gang. Kan je wel wat hulp gebruiken? Lees deze 5 onderstaande tips!
Hoe kan je de borstvoeding gang brengen?
1. Huid-op-huid contact
Leg je baby zo snel mogelijk na de bevalling voor de eerste keer aan. Vlak na de bevalling heeft je baby namelijk een heel sterke zuigreflex. Tijdens zijn eerste keer borstvoeding doet hij vaardigheden op die hij de rest van de borstvoedingsperiode niet meer vergeet. Ook stimuleert het aanleggen en het huid-op-huidcontact de melkproductie doordat er bij jou hormonen worden aangemaakt.
2. Goed aanleggen
Wanneer je zachtjes zijn wangetjes of mondje aanraakt, merk je dat je kind zijn hoofdje meteen in de richting van de aanraking draait, zijn mondje opendoet en zuigbewegingen maakt, met kleine smakgeluidjes. Een baby die goed is aangelegd en goed drinkt hóór je drinken en slikken. Zijn wangetjes zijn wat bol en je ziet de kaakjes bewegen. Je kan zien dat hij zijn mond vol met melk zuigt en dat doorslikt, weer zuigt en doorslikt.
3. Buidelen
Een veelgebruikte methode bij te vroeg geboren kinderen is buidelen. Hierbij lig je meerdere keren per dag een half uur of langer met je baby op je blote borst. Ook bij baby’s die op de normale termijn geboren zijn is buidelen heel goed voor de hechting, het vertrouwen en jullie band. Praten, zingen, aanraken en knuffelen zijn ontzettend belangrijk om je baby geborgenheid en steun te geven. Dit zal ook positief werken voor het op gang brengen van de borstvoeding.
4. Voeden op verzoek
Let goed op de hongersignalen van je baby. Al lang voordat hij begint met huilen kan je zien dat hij toe is aan een nieuwe voeding. De eerste hongersignalen zijn bijvoorbeeld wakker worden, uitrekken, zoeken met het mondje, smakgeluiden, handje naar de mond brengen, sabbelen, mopperen en dieper of sneller gaan ademhalen. Huilen is een laat hongersignaal. Je baby heeft dan al enige tijd geprobeerd je aandacht te trekken. Vroege hongersignalen kunnen wel per kind en per periode verschillen.
5. Rust en regelmaat
Probeer de eerste paar weken na de geboorte van je baby rust te houden. Dat kan moeilijk zijn, vooral als je ook oudere kinderen hebt rondlopen. Door veel tijd door te brengen met je baby en regelmaat te houden in de voedingen, kan je je melkproductie verhogen. Zorg er ook voor dat je kraamweek niet al te druk is. Vaak is één kort bezoek per dag meer dan genoeg, maar volg hierin vooral je eigen gevoel.
Blijft het op gang brengen van de borstvoeding lastig? Er zijn ook externe factoren die ervoor kunnen zorgen dat borstvoeding moeizaam op gang komt, zoals een vroeggeboorte of een keizersnede. Ook stress of andere gezondheidsproblemen kunnen je melkproductie in de weg zitten. Vraag in deze gevallen advies van een lactatiekundige.